Dansvormen

De BULDO dansscholen en clubs bieden een brede waaier van dansvormen aan.

Dit gaat van standaard (Engelse wals, tango, Weense wals, slow foxtrot en quickstep) en latijnse dansen (cha-cha, samba, rumba, paso doble en jive) over Caraïbische dansen (salsa en aanverwanten, bachata, merengue), Argentijnse tango (AT, Milonga, Arg Wals), tot streetdance, hiphop, disco, modern jazz, disco swing, hustle, rock&roll, jitterbug, east en west coast swing en nog veel meer zoals lijndansen, tapdans…

Al deze lessen worden gegeven door leraren die deze dansvormen grondig hebben bestudeerd.

Dans (van het Franse danse) is een sport, kunstvorm of een sociaal gebeuren dat meestal op beweging duidt van het lichaam, vaak in combinatie met muziek. Het wordt gebruikt als een vorm van emotionele expressie, sociale interactie of in een spirituele of uitvoerende vorm.

Standaard / Latijns-Amerikaanse dansen

Beide disciplines staan voor een verzameling van 5 dansen met partner die meestal in een totaalpakket worden aangeleerd.

Standaard (Ballroom): Engelse Wals, Tango, Weense Wals, Slowfox en Quickstep.
Latin: Cha Cha Cha, Rumba, Jive, Paso Doble en Samba.
  • De Engelse wals is een stijldans die in 1921 is ontstaan. De voorloper van de Engelse wals is de Boston, die reeds in 1874 vanuit de Verenigde Staten werd ingevoerd. Rond 1926 kreeg de dans pas de vorm zoals wij die nu kennen. Het woord wals betekent letterlijk draaien.

    De muziek waarop een Engelse wals wordt gedanst heeft een driekwartsmaat en standaard tussen de 28 en 31 maten per minuut (uitzonderlijk zelfs trager tot 20 maten per minuut maar dan zeer moeilijk te dansen). Kenmerkend bij het dansen is het romantische en langzame karakter en het rijzen op tel twee tot een “hoogtepunt” op tel drie waarop alweer de daling ingezet wordt om op tel één laag en ver te kunnen gaan, waardoor de dans een ‘golvend’ element krijgt. De passen van deze dans zijn heel zwierig en soepel. Ze lopen in een vloeiende beweging door. Dit wordt bereikt door bij de voorwaartse passen over de hak en de achterwaartse passen over de bal van de voet zo laag mogelijk door de knieën te gaan, afgewisseld met hoge passen over de tenen. De zijwaartse passen (chassées) worden altijd over de tenen (bal van de voet) genomen. De hele dansvloer wordt tijdens de dans benut. De tweede tel, de zijwaartse pas behoort groot te worden gemaakt.

  • De ballroomtango is een stijl in tango behorende bij de ballroomdiscipline en afkomstig uit La Boca in Buenos Aires, Argentinië. De dans is afgeleid van de Argentijnse tango, maar de dansen verschillen zowel van karakter als van muziek.

    De tango werd na zijn internationale doorbraak in de jaren twintig van de 20e eeuw minder sensueel en meer gestileerd gedanst. Na zijn introductie in meerdere Hollywoodfilms werd hij vooral in Frankrijk zeer populair omstreeks 1920. Zoals bij vele dansen werd hij onder Engelse invloed gestandaardiseerd tot een competitiedans.

    Het is een van de vijf ballroom (standaard)dansen. De laatste jaren werd hij echter vooral onder invloed van Italiaanse wereldkampioenen ballroomdansen levendiger, sneller en sensueler en er is een hernieuwde inbreng vanuit de oorspronkelijke Argentijnse tango, terwijl deze laatste dan weer meer evolueert in de richting van de internationale stijl van de latindansen.

    De ballroomtango wordt gedanst op muziek in tweekwartsmaat met bijaccenten.

    De ballroomtango lijkt wel enigszins op de oorspronkelijke Argentijnse tango. In tegenstelling tot de oorspronkelijke tango bezit de muziek een “strikt tempo” van omstreeks 31 tot 33 maten per minuut. Daardoor is de dans wat vlakker en heeft deze een minder sensueel karakter. De strakke, staccato bewegingen, met name de hoofdacties van de dame, zijn kenmerkend voor de ballroomtango. De houding bij de tango is anders dan bij de andere ballroomdansen, omdat de dame haar linkerhand niet op de schouder van de heer heeft liggen, maar om zijn elleboog heen buigt en haar vingers hierbij tegen de ribbenkast van de heer aandrukt. De hand van de heer ligt niet achter aan de linkerschouder van de dame maar iets lager en meer in het midden van de rug. De tango wordt vlak gedanst met licht gebogen knieën in tegenstelling met de andere standaarddansen waar het rijzen en dalen van het lichaam een grote rol speelt.

De Weense wals is een parendans in een tamelijk snelle driekwartsmaat (standaard 58 tot meestal 60 maten per minuut), in tegenstelling tot de langzamere Engelse wals (28 tot 30 maten per minuut). Lang niet alle muziek in driekwartsmaat en met dit tempo is geschikt als Weense wals. Kenmerkend voor de muziek van de Weense wals is het iets uitstellen van de tweede en derde tel (het napikken van met name de altviolen). De eerste tel is in een Weense wals met grote nadruk aanwezig.

De Weense wals kent het kleinste aantal figuren van alle standaarddansen: een rechtse draai (natural), een linkse draai (reverse), een spindraai ter plaatse (fleckerl) en sinds kort worden er ook wel een pivot tussengevoegd. Zoals in Engelse wals, slowfox en quickstep is techniek (zoals sway) in de uitvoering zeer belangrijk. Wil men de officiële Weense wals dansen op een Weens bal, dan hoort hij links te worden uitgevoerd.

Nota bene: figuren op de wedstrijdvloer: Natural Turn, Reverse Turn, Forward Change Right to Left en Left to Right, Backward Change R to L en L to R, Natural Fleckerl, Reverse Fleckerl, Contra Check, Off Beat Spin, Balancé to Right, Balancé to Left, Balancé Forward, Balancé Backward. Alex More (auteur diverse danstechniekboeken) geeft overigens nog beschrijvingen van enige andere figuren, maar omdat hierbij de dame loskomt van de heer (onder meer met soloturn) mogen deze niet op de wedstrijdvloer gedanst worden, met uitzondering van de opening (alleen op de 4 maten van de intro). In plaats van de Contra Check die meestal tussen de Reverse en Natural Fleckerl gedanst wordt, of als start van alleen de Natural Fleckerl. Alex Moore beschreef deze figuren overigens in zijn 1ste techniekboek, dat uitkwam rond 1930.

De Weense wals als dans is in de 18e eeuw ontstaan uit de Oostenrijkse volksdans de Ländler. Aan de Europese hoven is de dans lange tijd verboden gebleven om het intieme lichamelijke contact tussen de danspartners. De Weense wals is oorspronkelijk van Duitse afkomst en werd in het begin “Duitse” genoemd. De bekende walscomponist Strauss heeft meer dan 300 muziekwerken (waaronder vele walsen) geschreven en overtrof daarmee veruit zijn vader (Johann sr.). Aan het eind van de 18de eeuw werd de naam wals aan deze dans gegeven, de eerste echte (Weense) walsmelodie dateert dan ook uit 1679, “Ach du lieber Augustin” (in Nederland ook bekend als het sinterklaasliedje Luister: daar wordt aan de deur geklopt).

De Weense Wals wordt onmiskenbaar gedomineerd door de muzikale familie Strauss.

De slowfox (ook slow foxtrot) is een stijldans die in het begin van de twintigste eeuw in Amerika is ontstaan uit de “Rag” ragtime en de “Onestep”. Als zodanig is de slow foxtrot ouder dan de Engelse wals. Veel van zijn variaties zijn dan ook overgenomen in de Engelse wals. Oorspronkelijk werd de dans zeer snel gedanst. Tegenwoordig wordt hij echter langzaam gespeeld. De bewegingen in deze dans lopen soepel en in één beweging door. Met het woord foxtrot refereert men weleens naar een slowfox, hoewel het soms ook gebruikt wordt als verwijzing naar de quickstep. Dit was wel de oorspronkelijke naam voor deze dans, maar die werd in 1924 gewijzigd in slowfox toen men deze langzamer is gaan spelen.

De dans werd voor de Tweede Wereldoorlog in Europa geïntroduceerd.

De slowfox wordt nu gedanst op een ritme van 28/29 maten per minuut. Het betreft hier een dans in vierkwartsmaat.

De belangrijkste basis van deze dans bestaat uit de three step en de feather step. In 1923 en later is de dans formeel vastgelegd door de Engelsen met aanvullende basispassen en figuren. Met name Frank Ford en Josephine Bradley waren de grote promotors van de slowfoxtrot en ontwikkelden de nodige technieken en figuren. In 1927 won Frank Ford dansend met Molly Spain de Star Championships met zijn interpretatie van de slow foxtrot.

De dans wordt als statig, gracieus maar lastig ervaren. Dit door de noodzaak van een goede balans en techniek omdat de dans van de ene kant van het lichaam naar de andere kant gaat. Doordat er geen stops in voorkomen en het rijzen en dalen een essentieel onderdeel is van deze dans, vergt het de nodige oefening om tot een goede uitvoering te komen.

In wedstrijdverband is de slowfoxtrot veelal de 3de dans van de ballroomdansen.

Het komt voor dat er separate wedstrijden zijn in basic slow foxtrot. In deze wedstrijden ligt de nadruk op de techniek en uitvoering van deze dans waarbij het aantal toegestane figuren beperkt is.

Basisfiguren zijn: Three Step, Feather Step, Natural Turn, Reverse Turn, Closed Impetus, Heel turns.
Standaardfiguren zijn: Natural Weave, Basic Weave, Closed Telemark, Open Telemark, Hover Feather, Hover Telemark, Hover Cross, Open Impetus, Wave.

De Quickstep is in de jaren 20 ontstaan uit een combinatie van de foxtrot, charleston, shag, peabody en one step. De dans is van oorsprong Amerikaans en is in 1927 gestandaardiseerd in Engeland. De Quickstep is ondertussen een volledig op zichzelf staande dans geworden, hoewel de invloeden van de oorspronkelijke dansen nog steeds wel zichtbaar zijn.

Richting het einde van de 20ste eeuw is de Quickstep op hoog niveau steeds sneller geworden. Tegenwoordig wordt veel gebruikgemaakt van hopjes, rennen, veel momentum en snel en veel draaien. Dit is vooral mogelijk gemaakt door het gebruik van tussenmaten. Op lager niveau is dit allemaal in veel mindere mate aanwezig. Dit maakt de dans erg geschikt voor beginners en op de meeste dansscholen wordt deze dans dan ook als een van de eerste dansen geleerd.

Argentijnse tango

Leiden en volgen, verleiden en verleid worden, improviseren…
Kortom de Argentijnse tango is een dans vol passie voor wie houdt van een uitdaging.

Caraïbische dansen

Als je vrolijk wordt van de Cubaanse en Zuid-Amerikaanse muziek dan raden we je aan de Caraïbische dansen eens te proberen.
Het aanstekelijke ritme van de Salsa, Bachata, en Kizomba laat je wellicht niet meer los.

Disco

Discodans is op jouw manier bewegen op het ritme van de disco met uitgesproken voet- en brede armbewegingen.

Disco is een enorm energieke dansstijl waarbij lenigheid, sprongkracht, expressie, afwerking en snelle bewegingen gecombineerd worden op snelle beatmuziek. Deze stijl wint enorm aan populariteit en is erg leuk om te doen vanwege het hoge showgehalte.

Moderne dans

Moderne dans is een podiumdans zonder vaststaand bewegingspatroon. Het is een verzamelbegrip voor verschillende zeer individuele danstechnieken uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Dit soort eigentijdse dansvormen worden nu veelal aangeduid als ‘hedendaagse dans’.

Jazz

Jazzballet, ook wel jazzdans of jazzdance genoemd, is een vrije manier van dansen die qua structuur lijkt op klassiek ballet maar is gebaseerd op populaire muziek zoals jazz, rock en hiphop. De bewegingen en de muziek zijn jazzy – veel losser. Ook wordt er gebruikgemaakt van elementen van de klassieke ballettechniek met summiere isolatie technieken van hoofd, schouder, elleboog, pols, hand, vingers, borstkas en bekken (heupen).

De jazzdans leent uit verschillende stijlen, technieken en toepassingen. Het karakter van de jazzdans is dus eclectisch, wat wil zeggen dat het bewegingselementen uit andere danstechnieken en stijlen mengt. Deze elementen worden in de danstraining en choreografie gecombineerd met de kenmerkende authentieke jazzelementen.

De oorsprong van het woord jazzballet is onbekend. Waarschijnlijk stamt de benaming gewoon uit de verwarring met de originele jazzdance, wat altijd al een moderne variant van klassiek ballet was. In de jaren 1970 kwam de disco op en kwam er een splitsing in de “moderne” muziek.

Hip Hop

HipHop is een moderne dansvorm die al enkele jaren “in” is. Het is een stijl die ontstond als straatdans en zich ontwikkelde tot een technische dansvorm .

HipHop – Lyrical maakt gebruik van Ballet-, Jazz-, Modern- en Tap technieken. Strakke danspassen worden gecombineerd met een lekkere flow. De dansstijl is vaak te zien in videoclips (Justin Timberlake, Usher en Chris Brown). Op Lyrics- en soft Hip Hop beats leer je een verhaal te ‘dansen’. Hierbij word de Hip Hop op een nog expressievere en gevoeligere manier gebracht. En dit maakt het nou net zo leuk, uitdagend en vernieuwend.